In deze gastblog deel ik het derde en laatste deel van de anonieme blogger. Ze vertelt hierin hoe haar leven er nu uit ziet en dat ze gelukkig weer naar huis mocht. In deel 1 en deel 2 kan je meer lezen over haar achtergrond.
Op een avond in de kroeg, in december, ontmoette ik mijn vriend. Ik was op dat moment net over de helft van mijn behandelingsperiode, maar dat wist ik nog niet.
Die jongen in de kroeg, hij vroeg me mee naar huis. Ik weigerde eerst, het was tenslotte al half 4! Zo lang bleef ik anders nooit in de kroeg hangen. Hij wist me toch over te halen. We dronken een drankje, zoenden, en ik ging naar huis. Om de volgende ochtend met vlinders wakker te worden.
En zo begon onze relatie. Hij wist van mijn situatie. Ondanks alles, ondanks alle ellende, zelfbeschadiging, fysieke en mentale pijn, vond hij mij ook leuk.
Hij liet me groeien, redde mijn leven, kan ik wel zeggen. Hij liet me inzien dat ik een mooi mens ben. Met mijn littekens in zowel mijn hart als op mijn huid. Hij veranderde me niet, maar hij haalde het beste in mij naar boven. Een kracht, zo sterk, die me beter maakte.
Ik kreeg een grotere mond, durfde meer leiding te nemen in de groep, voelde me sterker. Door hem, door zijn vertrouwen in mij. Hij zei in die periode tegen mij “Je kan alles, alles wat je wil.”. Wat een contrast met mijn ex die me uitlachte om mijn lesmateriaal.
Mijn vriend liet me groeien. Ik werd sterker door hem.
Ik voelde me geliefd, maar hij liet me ook zien waarom. Waarom ik het waard was om van te houden. En dat is iets wat geen enkele therapeut kan. En zo oversteeg ik mijn groepsgenootjes. Er zit een plafond aan een interne behandeling. Na een tijdje ben je zo gezond dat je niet verder kan vorderen, omdat je je in een zieke omgeving bevindt. Dat plafond bereikte ik, een einddatum werd gepland.
De angst sloeg toe. Ik was negen maanden intern geweest. Mijn leven werd geleefd in een bubbel. Een veilige bubbel. En nu gingen ze me zomaar de diepe, duistere wildernis weer instorten. Maar ik was er klaar voor en dat wist ik. Het afscheid viel me zwaar.
Ik heb nog een tijdje nazorg gehad, in combinatie met gesprekken met mijn therapeut. Na mijn nazorg ben ik luid applaudiserend het gebouw uit begeleid. Met tranen in mijn ogen. Maar het was goed.
En nu?
Nu, nu gaat het goed. Het is ondertussen al bijna vijf jaar geleden dat ik in de kliniek heb gezeten. Ik heb één keer hulp gezocht, en ben behandeld voor mijn angststoornis. Ik ben afgestudeerd dit jaar, en heb een goeie baan. Ik ben nog steeds samen met mijn vriend, en nog steeds ben ik verliefd. En nog steeds gelooft hij onvoorwaardelijk in mij. En ik in hem.
Mijn leven is verbonden aan de kliniek. Ik wil iedereen die in de psychiatrie werkt, heel erg bedanken voor het goede werk wat jullie doen. Jullie zijn de alledaagse helden. Vanuit de grond van mijn hart, bedankt.
Bedankt dat je deze positieve afsluiting nog met ons wilden delen.
Ik vind het fijn dat het zoveel beter met je gaat!
2 Comments
Het is altijd fijn als je bij iemand het gevoel hebt dat je groeit. Geloof is het mooiste wat er is. En liefde, liefde natuurlijk ook.
Ja, inderdaad 🙂 Heb nog steeds het idee dat er daarvan te weinig mensen zijn …