Wat zit er in mijn koffer | Nederland

Je zou denken dat een weekje vakantie in Nederland niet zoveel voorbereiding vergt. Geen vliegtickets, geen vreemde valuta, geen douanestress. Gewoon een huisje ergens in het groen, met een bank, een bed en hopelijk een oven die niet uit 1987 komt. Klinkt simpel, toch?

En toch… elke keer weer sleur ik een koffer vol spullen mee. Want vakantie is voorbereid zijn op álles. Van een regendag tot een spontane hapjes avond. Dus bij deze: een inkijkje in wat er altijd – echt altijd – meegaat in mijn koffer als ik een weekje in Nederland op vakantie ga.

🧸 1. Mijn knuffel

Laat ik maar meteen met de deur in huis vallen: mijn knuffel gaat mee. Altijd. Zonder hem slaap ik niet lekker, en op vakantie wil ik juist lekker slapen. Hij is zacht, zegt niks, en ruikt een beetje naar thuis. Dus ja, ik ben volwassen. En ja, hij gaat in de tas alsof het een paspoort is. Prioriteiten.

🛏️ 2. Mijn eigen kussen

Ik heb het geprobeerd hoor. Vertrouwen op de kussens van het vakantiehuisje. Maar na één nacht wakker worden met een nek die ‘nee’ zegt, heb ik het opgegeven. Mijn kussen is mijn comfort. Mijn support. Dus die gaat gewoon mee, hoe belachelijk groot mijn tas er ook van wordt.

🧦 3. Sokken. Veel sokken.

Voor een week? Minstens negen paar. Voor in het huisje, tijdens een wandeling, voor als er eentje nat wordt, voor als ik ineens sportieve ambities krijg (gebeurt nooit, maar je weet maar nooit). En natuurlijk die dikke fluffy sokken voor ’s avonds op de bank. Want dat is pas vakantie: bank, thee, sokken tot aan je knieën.

🧥 4. Truien. Want: Nederland.

Of het nu mei of september is, er gaan altijd meerdere truien mee. Voor overdag, voor ’s avonds, voor dat ene moment dat je buiten zit en denkt “ik trek het nog wel even”. Nou: nee. Je trekt een trui aan. En dan nog een, voor als die eerste nat wordt van het afwassen (of van een overenthousiaste afwasborstel-aanval).

📚 5. Een boek (dat ik niet ga lezen)

Het idee is er altijd. Lekker lezen in het zonnetje, eindelijk beginnen in dat boek dat al een jaar op het nachtkastje ligt. In werkelijkheid raak ik halverwege hoofdstuk één afgeleid door een eekhoorn, een snack of een middagdutje. Maar hé – het boek gaat mee. Voor het geval dát.

🕯️ 6. Kaarsjes en een dekentje

De sfeer in een vakantiehuisje kan twee kanten op: knus, of kil-als-een-kantoorruimte. Daarom neem ik kaarsjes mee en een dekentje. Instant hygge. Plus: als het regent, wil je toch iets om je onder te verstoppen, terwijl je naar buiten kijkt en denkt: “Nou, ook wel gezellig eigenlijk.”

🛒 7. Een halve supermarkt aan eten

Mijn tas met boodschappen is bijna groter dan mijn kledingtas. Waarom? Omdat ik op vakantie ineens bang ben dat ik zonder chocola kom te zitten. Of zonder thee. Of zonder mijn favoriete muesli, die – let op – mogelijk niet in de stad verkrijgbaar is. Dus neem ik alles mee. Inclusief die ene pot kruiden die ik thuis ook niet gebruik.

💊 8. Een EHBO-kit voor alle eventualiteiten

Je weet maar nooit: muggen, schrammen, hoofdpijn, een mysterieuze steek van een beest dat ik niet heb gezien. Dus er gaat een tasje mee vol pleisters, paracetamol, muggenzalf, tekentang, en de onmisbare “misschien krijg ik buikpijn”medicatie. Meestal gebruik ik niets. Maar de gedachte dat ik het heb, is al rustgevend.

🔌 9. Opladers. Voor álles.

Mijn oplader. De oplader van mijn telefoon en laptop Powerbank. De lader van mijn e-reader (voor dat ene boek dus). Alles zit dubbel in mijn tas. Want als ik ergens geen zin in heb, is het het moment waarop je telefoon nog 2% heeft en je Google Maps nodig hebt om de dichtstbijzijnde ijssalon te vinden.

🎲 10. Spelletjes (die ongebruikt blijven)

Elke vakantie neem ik minimaal één gezelschapsspel mee. En elke vakantie blijft het in de doos. We denken er wel aan (“Zullen we straks Mens Erger Je Niet doen?”), maar dan zijn we te moe, of is er een goede film, of zijn we gewoon in een chips-coma. Toch neem ik het elke keer weer mee. Traditie is traditie.

👕 11. Comfortkleding galore

Pyjamabroeken, zachte shirts, leggings waar je in kunt wonen. Want hoewel ik denk dat ik misschien een keer ergens netjes ga eten, weet ik diep vanbinnen dat ik vooral in huispak leef. En dat is heerlijk.

En ja, ik weet het: ik pak veel te veel in. Voor een weekje Nederland is het misschien wat overdreven. Maar dat geeft niet. Mijn koffer zit vol met dingen die me rust geven, die zorgen voor comfort en een gevoel van ‘thuis weg van huis’. En zolang daar ruimte voor is – en voor mijn knuffel – pak ik met liefde teveel in.

Heb jij ook een knuffel die altijd mee moet in je koffer, of ben jij juist de minimalist met één onderbroek en een tandenborstel? Deel jouw vakantie-inpakgewoontes in de reacties – ik beloof niet te oordelen (maar wel te lachen).